Een melkbedrijf ligt besloten tussen grote bomen, sloten, open stukjes land, bossages. Wandelaars lopen af en aan. Ik bekijk de oude boerderij, hier ga ik terug in de tijd. Door de ramen van de oude boerderij zie ik een interieur dat lijkt op een antiekwinkel. Ge-emailleerde kannen en potten staan op een laag Terazzo aanrecht. De oude stallen eromheen zijn oud maar niet vervallen. ‘Mijn Opa begon hier de boerderij, rond 1885’, zegt Co. Ondertussen passeren groepjes scholieren op de fiets, ik hoor muziek, ze roepen iets. Ze nemen de weg naar school, binnendoor, over de onverharde paden. Co leidt zijn paarden weg naar de wei, leegt de brievenbus. ‘We hebben vanuit vroeger meer contact met mensen uit Stoutenburg. Wij zijn protestants, zij, wijzend naar het gebied achter hem, zijn katholiek. Dat werkt nu nog zo door’. Na aandringen accepteert hij dat ik een foto van hem maak.
Als ik vlak daarna vertrek voel ik mij ineens een indringer. Het bedrijf en de woonplek van Co is een terrein waar een andere tijd bestaat. De tijd waar Co in leeft. Ik was in zijn domein en heel even in zijn tijd. Hij wilde beleefd zijn en ging akkoord met het maken van een foto. Toen ik de foto nam drong ik in zijn privésfeer door. Dat heb ik meestal ook nodig wil ik een waarheidsgetrouw portret maken. Maar ik wil de buurt van Co ook beschut houden, in al zijn pracht.
In dit gebied heb ik nog iets over het hoofd gezien. Religie speelt een belangrijke rol, voor velen. De kerk hangt hier in de lucht. Dat heb ik onderschat. Je blik op de wereld is soms dus een blik in een richting van het erf; de andere kant kijk je niet op. Dan ben ik een buitenstaander, een ongelovige, met goede bedoelingen.
Ik ga naar het gebied waarvan Co aangaf dat het Katholiek is. Ik tref een boerderij die wordt verhuurd. De bewoonster kookt voor haar buurvrouw die boven haar woont. “Als je hier wilt integreren dan moet je een hond of een kind nemen”. Het laatste geschiedde zie ik.
Auto’s opknappen in een schuur. ‘Hier liever geen foto’s’. Fruittuinen. Paardenstallen. De weg is druk; trekkers, auto’s en fietsers. Een veebedrijf. Vlees te koop. Ik bel het nummer. Zo ontmoet ik boer en zoon. ‘Je moet elkaar niet overlopen maar ik kan er altijd terecht’, aldus de boer over zijn buren. Zijn zoon van 5 kijkt mij aan als een volwassen man.