Buurtschappen

  1. Autisten.

In de auto naar het land van Maas en Waal. Rondom Den Akker (gemeente Neder-Betuwe) zijn Wilma en Herbert (foto links) binnen aan het klussen, hun inboedel staat in een zeecontainer op de stoep. Herbert is rustig aan het werk. ‘Iedereen kan hier honden, katten en kippen houden. Dat was in het dorp wel anders. Hier houden de mensen van de natuur, ze houden van beesten.’ Naar mijn idee passen ze goed op deze plek. Hier hoeven ze hun gras niet te maaien. Er mogen losse spullen rondom het huis liggen. Er mag een zeecontainer op de stoep staan. Ik beleef Herbert, Wilma en hun hond Pablo als een 3-eenheid. Apart wonend van het dorp, maar in goed contact met hun buren.

Ik fiets verder en kom langs een groep koeien aan de dijk. In de verte wordt met 3 enorme kranen aan de Prins Bernard sluizen gewerkt; 3 kraaienpoten verven de sluizen wit.

‘Volgens mij wonen hier allemaal autisten’. Ik heb zojuist koffie gekregen van Mendel, hij is  aan het werk in zijn ouderlijk huis. ‘Om hier te kunnen wonen moet je wel op jezelf kunnen zijn’, zegt Mendel’ s moeder. Ik schuifel iets dichter naar moeder en zoon toe. Ze vertelt: ‘Buiten wonen is op zich wel leuk, maar je zit hier wel in de stilte. In de winter is de postbode soms de enige die je ziet. Mensen hier zijn heel erg gesteld op hun vrijheid. Dat betekent dus ook dat je niet altijd bij elkaar langs kunt gaan’.

Voor het eerst ervaar ik een grote paradox. Je kunt wel de behoefte hebben aan contact met de buren maar om hun privacy te waarborgen kun je dus niet altijd de deur bij hen platlopen. Andersom moeten zij jou ook met rust laten. Eigenlijk net zoals ik in de stad leef. Maar deze parallel tussen stad en land had ik niet verwacht. Ook zie ik ineens de ruimte die hier is. Rondom het huis of het erf. Er is vaak veel afstand tot de buren. Zo’n gebied kan dus ook een hele eenzame kant hebben. Eigenlijk ook weer zoals in de stad. Anonieme etages zonder naambordjes. Een buurtschap zien als een landschapsidylle gaat dus niet altijd op.

Ik zet Mendel op de foto. Hij staat zelfverzekerd op de oude betonnen weg. Hier lijkt hij zich prima thuis te voelen, al woont hij in het dorp verderop. Ik zie nu ineens voor me hoe hij hier is opgegroeid. Zijn ouderlijk huis piept en kraakt inmiddels. Deze plek ademt, zelfs van de buitenkant, de familiezielen.