Buurtschappen

  1. Nabuurschap

Een lange heg. Jawel, 25 heggenmussen. Een net onderhouden erf. De bewoner hecht aan zijn privacy. ‘Dit is de grens met mijn grond en hier zet ik mijn hek’. Later in ons gesprek: ‘Je hoeft elkaar niet te overlopen om een goede buur te zijn’. Dat hek helpt daar dan wel bij, denk ik later. En toch, hij bedoelt het niet verkeerd.

Jongens, met een drone. Hij valt in de sloot en doet het nog. Hoe is het om hier te wonen vraag ik. ‘Goed’. Het fietsen naar school, elke dag ruim een uur heen en terug, dwars door alle velden en wegen, vinden ze geen probleem. Zouden zij minder gamen en meer bewegen dan jongens in de stad?