Buurtschappen

  1. Uren in de volière.

Mijn eerste route gaat richting het noorden. Ik ben op weg naar de Groetpolder. De Zuiderzee lag hier tot 1845. Dit gebied was vroeger ontoegankelijk; werd bedreigd door het water en was heel moerassig. Aangekomen raast het lokale verkeer met 80 km per uur voorbij. Ik klap mijn vouwfiets uit. Voor mijn lens een vrouw met wild wapperend haar. Ze oogt ontspannen. ‘Dit is mijn droom’. Ze wijst op het systeem dat er eieren kunnen worden gekocht uit een Febo achtige automaat. Nu zijn mijn kippen binnen, er is nog steeds een ophokplicht i.v.m. de vogelgriep. Waarom hoor ik daar nu niets over schiet me te binnen; alles gaat enkel over Covid 19. Die vogelgriep was eerder zo heftig. Zou daar geen onderlinge relatie liggen?

Verderop wordt bij een huis hooi op een aanhangwagen geladen. Hier wonen Cor & Conny. Ze vertellen dat zij een paar keer koffie met de buren hebben gedronken, niet bij hun, zij kwamen naar hen. En ze passen op hun huis als ze met vakantie zijn. De buren hebben wat minder behoefte aan contact; hun huis is omgeven door bomen. Vreemden zien ze meestal wel aankomen. Cor kijkt over het land uit en lijkt op een levend standbeeld. In mijn hoofd zie ik hem zo dagelijks staan.